Charles J. Moore

Oceanograaf, oprichter van Algalita Marine Research and Education in Long Beach, oprichter van The Moore Institute for Plastic Pollution Research (VS)

Charles J. Moore

Bio spreker

Charles J. Moore is een oceanograaf en scheepskapitein, bekend van artikelen die de aandacht vestigden op de ‘Great Pacific Garbage Patch’.

Moore is de oprichter van de Algalita Marine Research and Education Foundation in Long Beach, Californië. In 2008 was de stichting medesponsor van het JUNK Raft project, om ‘op creatieve wijze de aandacht te vestigen op plastic afval en vervuiling in de oceaan’.

De Foundation sponsorde een expeditie naar het zuidelijk halfrond waarbij Moore en zijn collega's naar Paaseiland reisden om watermonsters te verzamelen voor analyse van het plasticgehalte.
In mei 2020 richtte Charles J. Moore The Moore Institute for Plastic Pollution Research op en fungeert als onderzoeksdirecteur.

Co-auteur van een boek geschreven met Cassandra Phillips ‘Plastic Ocean: How a Sea Captain's Chance Discovery Launched a Determined Quest to Save the Oceans’ (2012).

Charles J. Moore

Speech

Ik ben erg blij deel uit te maken van een internationale conferentie, van een crisisgerichte conferentie die echt iedereen aangaat. Ik wil mijn visie op plasticvervuiling delen.

Dus mijn naam is Captain Charles Moore. Ik ben de oprichter van Algalita Marine Research and Education. Ik ben de oprichter van het Moore Instituut voor Plasticvervuiling Onderzoek. En ik ben ook de stichter van Long Beach Organic, wat een lokaal tuiniersprogramma is.

Wat er in 1997 gebeurde, toen ik de plaats overstak die bekend staat als de Great Pacific Garbage Patch, was gewoon de waarneming van een zeekapitein die wacht. Een paar minuten later dreef iets voorbij dat daar niet had mogen zijn, iets van menselijke oorsprong, een drijvend stuk plastic.

Het idee dat in het midden van nergens, zo ver van de menselijke beschaving als je maar kunt krijgen op aarde, het afval van de menselijke beschaving er was in een alarmerende hoeveelheid.

In 1999 kwam ik terug met bemonsteringsapparatuur. Toen deden we een echte ontdekking. En de eerste ontdekking in 1997 veroorzaakte alleen maar bezorgdheid vanwege de aanwezigheid van puin in het midden van de oceaan.

Maar in 1999 was dat echt de ontdekking, want nadat we onze stalen hadden geanalyseerd, beseften we dat er zes keer zoveel plastic in het oppervlaktewater zat in gewicht als zoöplankton, het basisvoedsel van het ecosysteem.

We besloten dat, omdat er geen aandacht was voor plasticvervuiling, wij het voortouw zouden nemen om te beginnen met wat bekend is geworden als ‘Het Grote Plastieken Ontwaken’.

En het basisprobleem is dat plastic, in tegenstelling tot andere stoffen, niet weggaat.

Het blijft in het milieu. Het gaat niet door de normale biologische afbraak cyclus. Het werd uitgevonden om natuurlijk bederf te verslaan.

Dus door natuurlijk verval te verslaan, maakte het zichzelf een permanent onderdeel van ons milieu.

Nu weten we dat deze micro plastics nano plastics worden. Ze komen in de lucht terecht, in ons water en in ons voedsel en zelfs in onze groenten.

Dus niet alleen waren onze eerste bevindingen dat, je weet wel, het een groot probleem was voor zeedieren, nu is het een probleem voor alles, iedereen, elke habitat, noem maar op.

The ocean suffers from the same problem that I had when I was trying to make people aware of plastic. And that is, that no one lives in the ocean. Everyone lives on the land. 

De oceaan lijdt aan hetzelfde probleem dat ik had toen ik mensen bewust probeerde te maken van plastic. En dat is dat niemand in de oceaan leeft. Iedereen leeft op het land. Dus voor de meeste mensen die op het land wonen is de oceaan gewoon een vreemde. Het is gewoon een vreemde, andere plek en heeft, voor zover zij kunnen zien, voor zover zij weten, geen invloed op hun dagelijks leven. Ik bedoel, ja, er zijn orkanen. Ja, er zijn stormen. Ja, er zijn overstromingen langs de kustzone. Maar in het algemeen beschouwt iemand die op het land woont de oceaan niet als een groot deel van zijn leven.

Dr. Sylvia Earle heeft de beknopte uitspraak: ‘Geen blauw, geen groen!’, weet je. We hebben de oceaan op zoveel verschillende manieren nodig en zijn belang kan niet worden onderschat.

We noemen een goed functionerend menselijk lichaam, een lichaam in homeostase, een lichaam dat in balans is. Alle systemen werken in harmonie samen. We kunnen geen planeet in homeostase hebben zonder dat het oceaanmilieu en het landmilieu in harmonie samenwerken.

Ze moeten in balans zijn. Op dit moment bereikt onze beschaving haar hoogtepunt en is zo ver uit balans als het ooit is geweest in de geschiedenis van de wereld. Onze beschaving heeft haar hoogtepunt bereikt op een punt waar ze niet verder kan, ze is op een oneindige groei. Ze moet zich terugtrekken en terugkrabbelen. Het moet teruggetrokken worden naar circulariteit, naar reconstructie, naar nulafval, naar hergebruik, naar recyclage.

We falen jammerlijk in het onderdrukken van klimaatverandering en plastic vervuiling. Dus er is geen goede uitkomst in de toekomst voor onze beschaving gebaseerd op de huidige trends.

We moeten aan de toekomst denken. We moeten de concepten hebben die het nu kunnen doorbreken, dat zo onderdrukkend is, zo verschrikkelijk, gewoon zo miserabel.

De echte hel op aarde is nu. Het is als Dante's Inferno: de oceaan, verschillende plaatsen op de planeet — dit zijn allemaal verschillende niveaus van de hel. Dit is precies wat er gebeurt met de levende wezens van de oceaan. Je kunt dit zien op stranden die gewoon verdrinken in plastic.

Daarom moeten we stoppen met tevreden te zijn met het niveau dat we ervaren en ontevredenheid uiten, beginnen te leven in een geest van kritisch denken en langetermijndenken om op zijn minst een toekomst te hebben die het waard is om erin te leven.